Ik ken een paardenfluisteraar. Ik ken een kruidentovenaar. En ze genezen allebei.
Ik ken er één die veel begrijpt.
En één die stevig zielen knijpt.
Maar ik ken niemand zoals jij.
Jij kan luister als geen één.
Jij houdt je lippen stijf opeen, maar je ademt liefde, liefde alleen.
Zusterliefde, zuster lief, die hoger dan de liefde staat.
Pure liefde, zonder baat
Zo één die nimmer over gaat.
'Ken iemand die assisen pleit,
Iemand die dierenleed bestrijd.
En ze winnen allebei.
Ik ken een priester en een non.
Die ik altijd blind vertrouwen kon.
Maar ik ken niemand zoals jij.
Zusterliefde, zuster lief, die hoger dan de liefde staat.
Pure liefde, zonder baat.
Zo één die nimmer over gaat.
Jij hebt elke kreet gehoord, begrijpt elk ongesproken woord.
Jij ademt liefde, altijd vol.
Jij hebt een lach voor iedereen, jij houdt de banden strak bijeen.
Bij jou is niemand ooit alleen.
Dit is een lied aan jou gericht.
Mensen streven in het licht.
De mooiste strofen van mijn gedicht.
Zusterliefde, zuster lief.
Die hoger dan de liefde staat.
Pure liefde, zonder baat.
Zo één die nimmer over gaat.