G: ik was aan t roeien naar een eiland
in de grote oceaan
daar stond een oude kapitein die
met zijn bootje was vergaan
S: na meer dan vijf en twintig jaren
was zijn eenzaamheid voorbij
dus hij danste door de golven
en ik weet nog wat hij zei:
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
G: ik was aan t zwerven door de bergen
en daar hoorde ik geschreeuw
het was een hulpeloze man
die was bedolven door de sneeuw
S: ik ben toen dodelijk gaan graven
en ik krabbelde hem vrij
hij was vreselijk verkouden
en ik weet nog wat hij zei: hastjoe!
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
S+G: hoi!
K: hoi
S+G: dag!
K: dag
G: wat een moment
K: wat een moment
S: wat een moment
K: wat een moment
G+K: wat ben ik blij dat jij d'r bent
S+G+K: wat ben ik blij dat jij d'r bent
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
G: wij komen samen voor je zingen
met een koor en een orkest
S: omdat we weten dat je luistert
doen wij vreselijk ons best
G: je krijgt een ferme poot van Samson
en je krijgt een hand van mij
S: en we hopen dat je meedoet
en we zingen allebei:
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
Wat ben ik blij
wat ben ik blij
wat ben ik blij
Wat ben ik blij dat jij d'r bent
