Soms in m'n geluk onverdraaglijk en m'n hart klopt te hard en te snel
Gewoon als je lacht of me aankijkt, en het allerliefts zou ik dan wel...
De schoonheidscommissie bepraten dat al wat je doet wordt vermeld
Op pleinen en grachten en straten, op enorme marmeren platen,
Waarop zou staan...
Hier liep ze, en lachte, haar haar in de wind, hier voetbalde zij met een drie-jarig kind
Hier stond ze uren te praten, omdat ze 't echt niet kon laten
Hier kocht ze haar schoenen en hier vond ze een cent, en hier kreeg ze keet met een damesagent
Hier zag ze voort 't eerst van haar leven de man die ze trouw is gebleven
Dan liep ik met zakken vol krijt ddor de stad, die gedenktekens langs en daarbij
Schreef dan iedere dag: deze vrouw, deze vrouw, deze vrouw, deze vrouw houdt van mij...
Graag hield ik een monstercollecte en bracht dan miljoenen bijeen
Om standbeelden te laten zetten van Venray totaan Heerenveen
Die al, ja, al je gebaren, in marmer en brons en in steen
Voor het nageslacht zoude bewaren, zodat over duizenden jaren
Men nog kon zien...
Hier danst ze, hier slaapt ze, hier zit ze op een fiets, hier doet ze haar haren en hier doet ze niets
Hier drinkt ze thee met een soesje, hier zit ze in haar nieuwste bloesje
Hier kijkt ze TV en hier doet ze de was, hier is ze in bikini, hier in regenjas
Hier leest ze een boek van Van 't Reve, hier kust ze de man van haar leven
Dan was ik bij elke onthulling present en ik stond op de achterste rij
En ik drong me naar voren en riep: deze vrouw, deze vrouw, deze vrouw houdt van mij...
Maar dit alles zou, o, zo verkeerd zijn, wanneer je 't zien zou, zou jij
Giechelen en gegeneerd zijn en er niets van begrijpen daarbij
Maar liefde laat zich niet verzwijgen en als ik ontwaak aan je zij
Dan zeg ik heel stil bij m'n eige... laat iedereen de zenuwe krijge...
En ik zal blijven zeggen, al wordt ik stokoud, en al vliegen de jaren voorbij:
Deze vrouw, deze vrouw, deze vrouw, deze vrouw...
Deze vrouw, deze vrouw, deze vrouw, deze vrouw, deze vrouw houdt van mij...